Volgens de Laarbeekse burgemeester is de algemene tendens dat het rechtssysteem goed functioneert. “De neiging van mensen is wel vaak dat ze daar niet tevreden mee zijn en zich niet willen vastleggen aan een uitspraak die bijvoorbeeld een bezwaarcommissie doet.” Eerder deze maand berichtte het Eindhovens Dagblad over het tweede advies van de burgemeester om een herbegrafenis in Beek en Donk. De kwestie gaat over de overleden vader van Hanneke Penninx. Zijn laatste wil was om begraven te worden op de natuurbegraafplaats in Heeze. Zijn vrouw besloot echter om hem te begraven in Aarle-Rixtel. Dochter Penninx wilde eind vorig jaar de laatste wil van haar vader alsnog uitvoeren en stuurde het verzoek met een toelichting naar het gemeentehuis. Ze kreeg een schriftelijke weigering van de burgemeester. Eén broer van Hanneke is tegen de herbegrafenis en bij hem zou ook het grafrecht liggen. De burgemeester wil eerst onderzoeken bij wie binnen de familie Penninx het grafrecht rust voordat hij het verzoek eventueel inwilligt. Hanneke stapte daarom naar de bestuursrechter. De burgemeester hoefde van de rechter niet terug te komen op zijn besluit maar hij voelt zich wel persoonlijk aangevallen.

Van der Meijden: “De tendens die je ziet is dat mensen erg genegen zijn om heel persoonlijk te worden als ze hun zin niet krijgen. Dan word je als bestuurder aangeklaagd via een klachtenprocedure. De regels daarover zijn vastgelegd. Mensen kunnen ageren tegen het protocol. Er zijn voorbeelden, ook in Laarbeek, dat je persoonlijk wordt aangeklaagd over bijvoorbeeld een uitspraak die je hebt gedaan.” De burgervader zegt verder dat de wethouders van Laarbeek en hij vatbaar zijn voor de dingen die slecht gaan. “Ik heb een aantal weken geleden bij de gemeenteraad met veel overtuiging mijn excuses gemaakt voor een brief die te lang is blijven liggen op het verkeerde bureau. Dat is niet goed.” Volgens de burgemeester moeten burgers en politici samen kunnen praten over fouten die zijn gemaakt. “We zijn gewoon mensen en maken fouten. We gaan voor de verbetering de volgende keer en hopen dat dat voor dit moment genoeg is.”