Als statenlid stelde ze in de coronaperiode namelijk al vragen over de luchtkwaliteit. “In mijn vorige rol zag ik dat eerdere onderzoeken verbanden aantoonden, ik vind het dus goed dat het RIVM dit heeft onderzocht want nu wordt dat verband dus onderstreept. Brabant heeft de jackpot als het gaat om slechte luchtkwaliteit, en dat heeft niet één oorzaak. Het komt ook omdat er veel transport en intensieve veehouderij in de regio is”.
Al wordt de rol van de veehouderij soms een beetje overdreven, vindt Gerard van Zutphen, voorzitter van ZLTO Meierij. “De fijnstofdeeltjes die door verbrandingsmotoren worden uitgestoten zijn een stuk kleiner dan die door ons worden uitgestoten en zijn daardoor schadelijker. Ook moeten we niet vergeten dat we precies tussen drie grote industriegebieden liggen”, vertelt hij. Van Zutphen doelt daarbij op de havens van Rotterdam, Antwerpen en op het Ruhrgebied.
Een goede luchtkwaliteit had ervoor kunnen zorgen dat er zes tot de dertienduizend minder besmettingen hadden plaatsgevonden. Ook had het ongeveer 1100 ziekenhuisopnames en vier- tot achthonderd doden kunnen schelen. Zowel Van Zutphen als Roijackers vinden het dan ook belangrijk dat de kwaliteit van de lucht verbetert.
“Maar het moet niet alleen van de agrarische sector afhangen”, vindt Van Zutphen. “Iedereen moet de hand in eigen boezem steken. We moeten het samen verbeteren. Ik krijg nu soms het gevoel dat het teveel van onze sector af moet hangen”, zegt hij.
Roijackers is het hier mee eens en wijst op het ‘Schone lucht akkoord’, waarin gemeentes, provincies en het Rijk samenwerken voor een betere luchtkwaliteit. “Iedereen moet hierin een steentje bijdragen, zowel de overheid, bedrijven en personen. Er is namelijk niet één bron die hiervoor verantwoordelijk is. We moeten het echt met zijn allen doen”, aldus de gedeputeerde.